Fonds Podiumkunsten brengt jazzsector definitief in vrije val
OPINIE
door: Cyriel Pluimakers
Artvark Saxophone Quartet krijgt voor het eerst meerjarige subsidie.
Veroorzaakte het Fonds Podiumkunsten bij de vorige toekenning van de vierjaarlijkse subsidies al een kaalslag in de jazzsector, nu lijkt deze trend zich in de nieuwe periode 2017-2020 voort te zetten. Ensembles die de vorige keer geen subsidie kregen, zijn ook deze ronde kansloos gebleken. Aan het rijtje verliezers kan nu Stichting Doek worden toegevoegd. De organisatie krijgt een gematigd positief advies maar het Fonds Podiumkunsten laat vervolgens weten dat het budget al is verdeeld.
De jazzsector krijgt vaak het verwijt te weinig ondernemerschap te vertonen. Was het jarenlang beleid om te streven naar minder jazzpodia, nu wordt diezelfde sector ervoor gestraft dat er geen speelplekken meer zijn. Gerenommeerde locaties als het Grand Theatre en het SJU Jazzpodium zijn inmiddels gesloten. Organisaties als Jazz International Rotterdam en Nieuwe Muziek Zeeland verkeren in zwaar weer.
Museumstuk
Een tijdelijke uitkomst kan de vlucht naar het theater zijn: producties als ‘Louis’ en ‘Round Midnight’ en ‘Ella’ zijn relatief succesvol. Een ensemble als Artvark, dat ruimschoots de weg naar de schouwburg gevonden heeft, wordt als nieuwkomer aanzienlijk gewaardeerd met een subsidie van 95.000 euro per jaar. En dan het aloude Instant Composers Pool: zij gaan met een jaarlijkse subsidie van 164.200 euro naar huis. Is dat niet een beetje ruime honorering voor een (bijna) museumstuk? Heeft het succes rond de recente opera-uitvoering ‘Koeien’ hierin geholpen? Let wel, ik zeg niets over de artistieke kwaliteiten maar heb wel mijn kanttekeningen bij het innovatieve karakter van dit ensemble. Ook Corrie van Binsbergen valt goed in het potje: een jaarlijkse subsidie van 151.200 euro voor projecten waarin ze Nederlandse literatuur met jazz en pop verbindt. Voorstellingen die het inderdaad ook aardig doen in het circuit van de kleine theaterzalen.
De lijst met verliezers in de jazz en impro is wederom indrukwekkend: Amersfoort Jazz, Doek, Jazz in Motion, Jazz Orchestra of the Concertgebouw, Martin Fondse, Matangi Quartet, Paul van Kemenade, Tam Tam Producties, Tango Extremo et cetera. Toch niet de minst presterende initiatieven, zou ik zo zeggen. Een kantoor en een zakelijk leider liggen de komende vier jaar ruimschoots buiten hun bereik: het wordt sappelen met projectaanvragen bij een ander loket van hetzelfde fonds.
Festivals liggen vaak goed bij het Fonds Podiumkunsten en November Music en Music Meeting zien hun subsidietoelagen min of meer gestabiliseerd. November Music levert 5.000 euro in (nu 125.000 euro) en Music Meeting krijgt er 20.000 euro bij, nu 150.000 euro per jaar. Maar andere festivals die de vorige ronde al geen subsidie kregen, zagen ook deze keer hun meerjarige subsidieaanvraag niet gehonoreerd, zoals Amersfoort Jazz, Festival Mundial, Incubate en Summer Jazz. Als je eenmaal buiten staat, kom je niet meer binnen.
Kruimels
Veel geld gaat er naar de klassieke sector. Wat te denken van 571.000 euro per jaar naar Asko|Schönberg, 400.000 euro naar het Holland Baroque Orchestra, 415.000 euro naar het Orkest van de Achttiende eeuw of 300.000 naar de Operadagen Rotterdam. De jazz moet het duidelijk van de kruimels hebben.
Op haar blog zegt directeur Henriëtte Post: “Bij de bekendmaking van dergelijke besluiten ontstaat al snel de indruk dat er een enorm gat zit tussen een gehonoreerde en een niet-gehonoreerde aanvraag. Ik kan u zeggen dat dit niet het geval is. De snelle rekenaars onder ons zijn waarschijnlijk al aan de slag om de waarderingen in de adviesteksten 'om te zetten' naar een cijferlijst en zullen dan direct zien hoe marginaal soms de verschillen zijn.
Bovendien, de lijst is niet een top 100 van wie de besten zijn. Hij geeft alleen aan wie het best voldoet aan de criteria van de regeling. Niet meer, niet minder. Met andere woorden, geen subsidie, hoe vervelend ook, betekent niet automatisch een slechte aanvraag.”
Kortom, als je binnen de regeling past krijg je subsidie, anders kun je naar je geld fluiten. Artistieke kwaliteit en vernieuwing zijn van secundair belang. Ik kan het dan ook niet nalaten om te eindigen met een beknopte succesformule. Wil je de volgende keer een positief advies, dan doe je er goed aan je concert geschikt te maken voor het theater en veel over heel het land verspreide speelplekken te noemen. Pleeg bijvoorbeeld ook een cross-over met een aantal bekende Nederlandse schrijvers en je kans op een positieve honorering wordt aanzienlijk vergroot. Aan artistieke innovatie hoef je geen woorden vuil te maken. Cultureel ondernemerschap is het sleutelwoord en dat betekent dat ook een succesvol paar gebruikte schoenen dat nog wel even meekan, ruimschoots in de prijzen kan vallen. Het Fonds Podiumkunsten hakt - misschien onbewust en ongewild – de vernieuwing in de jazz bij de wortel af!