The Thing laat Ekko op zijn grondvesten schudden
CONCERTRECENSIE. Dead Neanderthals en The Thing, EKKO, Utrecht, 20 oktober 2017
beeld: Maarten Mooijman
door: Cyriel Pluimakers
Met het wegvallen van het SJU-jazzpodium, RASA en binnenkort ook Rumor komt de experimentele jazz in Utrecht slechts spaarzaam aan bod. Het is goed om te zien dat het avontuurlijke poppodium EKKO in dit gat springt en meteen uitpakt met een dubbelconcert van de Nijmeegse Dead Neanderthals en het Scandinavische trio The Thing.
The Thing met bassist Ingebrigt Håker Flaten en saxofonist Mats Gustafsson op het podium van EKKO.
Hel
Dead Neanderthals vormt het voorprogramma en dient als opwarmer. Saxofonist Otto Kokke en drummer René Aquarius overdonderen het publiek met een forse hoeveelheid noise, metal en grindjazz. Het podium is omgevormd tot een soort griezelkabinet met akelig verblindend stroboscooplicht: een soort voorportaal van de hel. De techniek van saxofonist Kokke is echter beperkt en de gebruikte elektronische effecten zijn nogal voorspelbaar. Drummer Aquarius schittert vooral in de rol van houthakker. Het duo heeft veel pretenties, maar muzikaal kan het vertoonde niet echt genoemd worden.
Iets wat gelukkig wel geldt voor hoofdact The Thing. Saxofonist Mats Gustafsson, bassist Ingebrigt Håker Flaten en drummer Paal Nilssen-Love laten vanaf de eerste seconde geen gras over hun uitermate energieke verhaal groeien. Een performance die aanvoelt als drie krijgers die eensgezind de arena betreden om het publiek met een hartstochtelijk verhaal te veroveren.
Voorprogramma Dead Neanderthals (l). The Thing met drummer Paal Nilssen-Love.
Gustafsson heeft op zijn tenorsaxofoon een fantastisch geluid dat aansluit bij de spirituele blazers uit de jaren zestig als Albert Ayler, Pharoah Sanders en Frank Wright. Håker Flaten speelt afwisselend elektrische bas en contrabas. Zijn behandeling van de instrumenten is gelijktijdig rauw en virtuoos. Met zijn soepele techniek laat hij zijn instrumenten gonzen en dreunen, om vervolgens over te schakelen op groovende baslijnen. Drummer Nilssen Love is een van de beste slagwerkers van West-Europa. Zijn uitermate stuwende spel sluit rechtstreeks aan bij de grote pioniers van de freejazz beweging als Sunny Murray, Milford Graves en Andrew Cyrille. Een krachtige aanpak die ervoor zorgt dat de overige musici geen enkel moment hun concentratie verliezen.
Kracht
De bijzondere kracht van The Thing is dat er niet alleen powerjazz te horen valt: hun meer dan vijf kwartier durende set kent ook de nodige rustige en verstilde passages. Halverwege het concert schakelt Gustafsson over op sopraansaxofoon om een nieuwe, enigszins lyrische, fase van het optreden in te leiden. Deze dynamische verschillen – met hun onverwachte timing - maken de muziek uitermate boeiend. Niets mooier dan een rustmoment na een periode van muzikale explosies.
The Thing speelt geïmproviseerde muziek met de mentaliteit van een rockband, maar het trio weet ook dat het niet verstandig is om voortdurend op de tenen te lopen. Muziek is in eerste instantie een artistieke uiting en geen topsport.
Een verademing is het om het volstrekt authentieke geluid van deze drie muzikale krachtpatsers weer in Nederland te horen. Het zou mooi zijn als EKKO het initiatief neemt om vaker dit soort concerten in de Domstad neer te zetten.