Ben van den Dungen doet boekje open over huidig Nederlands jazzklimaat
INTERVIEW
door: Cyriel Pluimakers
"Een ding is zeker, we moeten als kunstenaar de regie terugpakken.” Foto © Michael Weintrob.
De afgelopen maanden woedt er een forse discussie over het huidige culturele subsidiesysteem. Duidelijk is dat er in de systematiek de nodige weeffouten zitten en dat kunstenaars en kunstorganisaties hiervan de dupe zijn. In de muziekwereld proberen subsidieaanvragers krampachtig hun plannen te plooien naar de criteria van de culturele fondsen: de afstand tussen de musici en de overheid en zijn beleidsmakers is steeds groter geworden. Sterker nog: het lijken wel parallelle werelden. Ondertussen is er een nieuwe regering geïnstalleerd en de toekomst voor cultuur ziet er niet best uit.
Inleiding
Saxofonist, componist en bandleider Ben van den Dungen (1960) is een van de weinigen die zich al jaren duidelijk durft uit te spreken in de media. “De problematiek is complex. Veel zaken staan in verband met elkaar wat het best ingewikkeld maakt. Zal ik in vogelvlucht door enkele problemen gaan? Ik denk dat dit wel een aardig beeld oplevert.”
Arbeidsmarkt
“De systematiek van de subsidies loopt volledig uit de pas met de werkelijkheid van de arbeidsmarkt van de kunstenaar”, stelt hij. "Onlangs is voor Platform ACCT (arbeidsmarktagenda) voor de ketentafel jazz (de keten van maker tot publiek - red.), wereld- en contemporaine muziek een onderzoek gedaan naar de bandbreedte van de sector. Daar kwam uit dat 241 musici met vijftig tot zestig concerten per jaar, gemiddeld 13.700,- euro bruto verdienen. Dat zijn grosso modo tachtig modale inkomens. De arbeidsmarkt voor jazzmusici stelt weinig meer voor. Er wordt bijna niks verdiend en de omvang van de totale sector is niet meer dan die van een gemiddeld midden- en kleinbedrijf. De subsidiënt – rijkscultuurfondsen - richt zich nu voornamelijk op het ondersteunen van een beperkt hoogwaardig aanbod, in plaats van een grote creatieve productiviteit, door te focussen op meer werkgelegenheid. Met het huidige systeem creëer je een neerwaartse spiraal voor de werkgelegenheid wat daardoor minder creatief productief is en een ongezonde arbeidsmarkt voor de musicus tot gevolg heeft."
Werkgelegenheid
De saxofonist neemt echt geen blad voor de mond. “In de jaren tachtig en de eerste helft van de jaren negentig hadden we meer dan 120 jazzpodia in ons land, nu zijn er nog maar zo’n 25 overgebleven. Toentertijd speelde ik zo’n tweehonderd keer per jaar. Om terugval in inkomen te voorkomen ben ik zo’n vijftien jaar geleden theaterproducties gaan produceren en verkopen zoals ‘New York Round Midnight’ en ‘De Mattheus Passie’, waarbij we voor elk programma veel optredens konden boeken. De mogelijkheid van het creëren van meer werkgelegenheid vond ik toen in het theatercircuit. En weet je, veel werkgelegenheid is voor veel aspecten belangrijk. Je hebt een hogere creative output en het uitvoeringsniveau wordt knettergoed. Bij weinig optredens is dat een ander verhaal.”
“Met de wetenschap dat het live-circuit weer gezond moest worden gemaakt hebben Alexander Beets en ik het Nationaal Podium Plan (NPP) bedacht. Het NPP is een effectieve manier voor het creëren van werkgelegenheid voor een genre die bruist van de mogelijkheden maar niet gevoed wordt. De podia beslissen zonder enige bemoeienis wie ze willen boeken en de helft van de gage wordt telkens door dit plan aangevuld. Met 1,4 miljoen euro hebben we 3500 concerten gerealiseerd. Het geld komt ook nog eens terecht waar het hoort, namelijk bij de kunstenaar.”
“We hebben de hoop nog niet opgegeven dat het Fonds Podiumkunsten (FPK) het ooit gaat ondersteunen, maar men vindt het systeem lastig”, fulmineert Van den Dungen. “Hun ambitie is tegenovergesteld dan die van het NPP, namelijk het ondersteunen van een beperkt en bepaald soort hoogwaardig aanbod. We hebben nu juist een andere systematiek nodig want dit systeem resulteert averechts op een gezonde arbeidsmarkt. De komende vier jaar zitten we wel vast aan dit systeem en dat is jammer want men kan dus niet, in een snel veranderende realiteit, reageren op de veranderingen.”
Bezuinigingen
“De huidige regering heeft een regeerprogramma met een daaraan gekoppelde begroting. Het beleid moet vertaald worden in een verdeling van de gelden. In deze keuze valt cultuur en kunst maar ook amusement en entertainment niet in de prijzen. De overheid wil nu meer aan kunst verdienen - het verhogen van de btw bijvoorbeeld - en aan de andere kant minder aan kunst uitgeven, dat wil zeggen minder ondersteuning. Iedereen maakt zich druk over de verhoging van de btw, wat overigens terecht is want dat gaat grote gevolgen krijgen, maar de eigenlijke problematiek is natuurlijk een andere. Alle maatregelen stapelen zich op. Het is het hele pakket van bezuinigingen op onderwijs, veranderingen in het belastingregime voor zzp-ers, btw-verhoging, minder subsidies en een subsidiebeleid dat niet gericht is op werkgelegenheid en bestaanszekerheid, maar aan een kostbare infrastructuur waarbij een heel groot gedeelte van de koek opgaat aan de stenen en het personeel daarvan, dure managementlagen en ga zo maar door. Plus dat het beleid in het verleden daar ook nog bijkomt.”
Fair Practice
“De invoering en aandacht voor de Fair Practice (eerlijke compensatie voor arbeid en de omstandigheden waarin je dat doet - red.) is natuurlijk heel goed. Alleen wie of wat gaat dat betalen. Kort door de bocht zijn er twee grote inkomstenstromingen, namelijk de subsidies en de publieksinkomsten. Die gaan met de huidige ontwikkelingen omlaag. Dus een betere betaling voor de een gaat minder werk voor de ander opleveren.”
“Hinderlijk ook is de kartelvorming tussen muziekpodia en festivals."
Belastingregime
“Er gebeuren rare opeenvolgende dingen”, merkt Van den Dungen op. “Eerst wilde de overheid dat musici zoveel mogelijk als kleine zelfstandige opereerden, maar de hoeveelheid zzp-ers met hun belastingvoordelen kost blijkbaar teveel. Nu schaffen ze langzamerhand die voordelen af en verkleinen daarmee het verdienmodel van de zzp-ers. De zelfstandigenaftrek wordt afgebouwd en als je dan toch persé zzp-er wil blijven moet je in de toekomst een dure arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten. Met de lage omzetten van de kunstenaars door te weinig werkgelegenheid en te lage gages wordt dat moeilijker. Er blijven weinig alternatieven over.”
Gemeentes
“Wat er ook aankomt in 2026 zijn de bezuinigingen bij de gemeentes. Daar maak ik me echt zorgen over. Die moeten in totaal 1,1 miljard inleveren en dat geld is niet geoormerkt. Je kunt er donder op zeggen dat dit ten koste gaat van kunst en cultuur. Gemeentes gaan keuzes maken en het weinige geld in andere zaken steken. Het grootste deel van de infrastructuur en speelplekken bevinden zich in de gemeentes buiten de Randstedelijke gebieden. Het culturele aanbod is misschien een andere dan in de randstad maar niet minder kwetsbaar voor alles wat er op stapel staat. In het verleden was het ook al moeilijk om voor producties in de provincies de eindjes aan elkaar te knopen. De culturele ambitie van de FPK is onmogelijk te vertalen in de inhoud van de producties aldaar. Wil je een publieke opkomst hebben die financieel levensvatbaar is dan heb je een artistieke inhoudelijkheid nodig die niet synchroon loopt met de artistieke wens van de FPK. Kan je voorstellen wat daar gaat gebeuren als men gaat bezuinigen op cultuur?”
Educatie
Ook in de wereld van de conservatoria is er de afgelopen jaren veel veranderd. “Nederlandse conservatoria worden grotendeels bevolkt door buitenlandse studenten omdat er steeds minder Nederlandse aanwas is. De buitenlandse student is een doorn in het oog van de huidige politiek. Het aantal zal worden teruggedraaid en Engels zal niet meer de voertaal zijn. Nederlands als voertaal wordt vanaf 2026 verplicht. De conservatoria zullen fors in de problemen komen, want: minder studenten betekent uiteindelijk minder subsidie."
"De terugval in aanwas is niet op te vullen met Nederlandse studenten. De cultuureducatie is in het gedrang gekomen tijdens de periode dat Halbe Zijlstra staatssecretaris was. In 2007 telde Nederland 245 geregistreerde muziekscholen en in 2021 waren dat er nog maar twaalf. Bovendien lijkt muziekonderwijs meer iets voor de hogere sociale klasse die de dure lessen voor hun kinderen wel kan betalen. Het is natuurlijk niet zo dat talent alleen voorbehouden is aan die klasse.”
Showcases
“Contraproductief is ook dat er veel geld en energie verspild wordt aan initiatieven die qua werkgelegenheid niks opleveren, zoals de onlangs in april gehouden conferentie Jazzahead in Bremen en het jaarlijkse InJazz in Rotterdam. Plekken waar zich met name aanbieders vertonen en nauwelijks afnemers zijn”, signaleert Van den Dungen. “Het idee van events met showcases is achterhaald en levert niks op. Wat te denken van al die cursussen ondernemerschap? Alsof het gebrek aan werk door het gedrag van de musicus zelf komt. Met de economische laagconjunctuur binnen de culturele sector valt er niks te ondernemen.”
“Hinderlijk ook is de kartelvorming tussen muziekpodia en festivals waarbij programmeurs met elkaar lijken te beslissen wie ze wel of geen opdracht of tournee gunnen. Ik heb niet het gevoel dat deze groep nu zoveel opheeft met de staat waarin de Nederlandse jazzmusicus zich nu in bevindt. De meeste musici durven hier niets van te zeggen: als arme dagloners zijn ze bang om de boot te missen en niet meer aan de bak te komen. Op Facebook roepen ze dat het allemaal prima gaat, maar vaak staat ze het water aan de lippen. Zo hoog is de nood.”
Publieksinkomsten
“Je kan ook als vrije producent moeilijk meer je inkomsten vergroten met de huidige gemiddelde publieke opkomst. Je wordt te veel afgeroomd door de theaters met allerlei kosten die afgewend worden op de maker. Van de euro die binnenkomt houd je ongeveer 40% over en daarvan moet je de hele productie betalen. Het podium motiveert dan dat ze enorm veel kosten hebben om de tent overeind te houden. Als je ziet hoe hoog de overhead is in verhouding met wat men de musicus betaalt, dan zie je dat die verhouding uit het lood staat ten nadele van de maker."
"Op de meeste jazzpodia kan je niet eens meedelen in de publieke opbrengst. Een tijdje geleden speelde ik in het Bimhuis met Nueva Manteca en kregen daar een standaard gage, maar op ons concert maakten ze winst. We hadden beter een partage (deel van de deuropbrengst – red.) afspraak kunnen afsluiten; dat was veel eerlijker geweest. Men wilde dat niet. Ondertussen roept de riant betaalde directeur van Bimhuis in het Jazz Bulletin dat ze als organisatie 35 procent subsidie krijgen en 65 procent zelf verdienen. Het is echt niet bepaald chique om Nederlandse muzikanten af te knijpen en met het minimum naar huis te sturen en dat je dan jezelf op de borst slaat dat je het financieel allemaal zo goed doet. Veel tenten roepen van de daken dat ze het zo goed doen, maar doen dat vooral om zichzelf te positioneren voor de subsidiënt. Het geeft in ieder geval een vertekend beeld.”
Bestuurslagen
“Ik zie een tendens om de kunstenaar weg te schrappen uit de Governance. De kunstenaar staat steeds vaker uitgerangeerd langs de kantlijn. Men mag wel gezellig meedenken en meepraten maar de macht wordt gelegd bij het management, directeuren en besturen. Ik heb dat zien gebeuren bij de conservatoria, de Buma/Stemra en nu weer bij de kunstenbond. In veel beslissingsorganen worden de beslissingen gedaan door anderen dan de musicus, maker of kunstenaar. Ik ben hiervan een fel tegenstander. De kerstboom die de overheid en organisaties hebben opgetuigd met dure managementlagen, beleidsmedewerkers en exorbitant betaalde directeuren en voorzitters van besturen moet worden afgebouwd. De hoge salariëringen van de top van het cultuurmanagement vind ik bovendien immoreel in de huidige tijd. Deze salarissen zouden moeten worden genivelleerd zodat het in verhouding komt te staan met wat de kunstenaar verdient.”
Regie
“De komende vier jaar is het aannemelijk dat er een grote slachting plaats gaat vinden onder de musici, makers en kunstenaars, waarvan de gevolgen ingrijpend zullen zijn. Dat kan niet anders lijkt me. Het kunstenplan van de komende vier jaar is niet ingesteld op de huidige ontwikkelingen en het huidige politieke klimaat heeft geen aandacht voor kunst. Een groot Marshallplan ontbreekt en men duikt op de deelproblematiek zonder het totale plaatje mee te nemen,” onderkent Van den Dungen. “Ik wil graag proberen om samen met anderen en zonder enige vorm van accent of belang van welke invalshoek dan ook, te kijken naar een nieuwe systematiek en daarvoor pleiten. Anders gaan we nog klagend ten onder en dat wil ik niet. Ik heb een ongelooflijke 45 jaar achter de rug en hoop dat ik over tien jaar nog op het podium sta, ook met een rechts kabinet. Maar een ding is zeker, we moeten als kunstenaar de regie terugpakken.”
Knap en helder uiteengezet, Ben. Volgens mij geen speld tussen te krijgen
Jacob Smit - 29-09-’24 20:25
Wat geweldig omschreven en zo herkenbaar. Ik huiver als ik nadenk over de ontwikkelingen. Nu spelen profs al voor een belachelijk laag bedrag. De bezuinigingen gaat dat niet verbeteren. En geen WW-recht. Docenten worden op muziekscholen continu gewaarschuwd dat ze nóg minder uren werk krijgen. Waar moeten die van leven dan? Heel verdrietig dit.
Anita Sudano (E-mail ) - 29-09-’24 22:10
Stuur een goed stuk als dit naar de krant/podia/commissies/festivals/directies etc. Dan snappen ze het wellicht ook eens.
Floor Wisselink (E-mail ) - 29-09-’24 23:05
Dank je Ben, sterk verhaal. Heldere analyse die ook als discussiestuk zeer bruikbaar is voor fondsen, programmeurs, directie, conservatoria. Kop uit het zand, zou ik zeggen, want dat het spaak loopt is voor iedereen duidelijk
Albert van Veenendaal (E-mail ) (URL) - 30-09-’24 09:05
Dank je wel Ben. Er is al tientallen jaren een kaalslag bezig en je verwoord het hier op een geweldige manier. De muzikanten zijn de dupe en de “directeuren” lopen binnen, terwijl zij ook nog eens kunnen bepalen wie wel en wie niet speelt. Dus opkomen voor jezelf als muzikant, betekent ook vaak dat je dan niet meer geboekt wordt en dat er aan andere podia wordt doorgegeven dat “deze muzikant lastig is”.
Ondertussen kun je er als jazz muzikant echt niet meer van rondkomen, bedienen we ook in de horeca minder dan in de 80er jaren en moet je er een andere baan naast nemen om de vaste laten te kunnen blijven betalen.
Colette Wickenhagen (E-mail ) (URL) - 30-09-’24 17:11
Prima artikel van Ben v.d. Dungen. Dank! Heldere uitleg en analyse en voor mij soms nieuws over hetgeen "speelt" op de achtergrond van het jazzklimaat in Nederland. Als bezoeker van jazzconcerten/festivals en programmamaker/presentator 'So What!' bij de radio zeer nuttig en waardevol om te lezen.
Ben Korzelius (E-mail ) (URL) - 01-10-’24 11:13
Mooi stuk Ben.
Zelf ben ik net gestart met podiumaanschouwen.nl
Mijn insteek is nu júist een fatsoenlijke gage voor de musici.
(En dat wordt uiteraard veel rekenwerk om het levensvatbaar te krijgen en uiteraard te behouden!! Zekert als de subsidiepotten - die ik nog niet ontvang - kleiner worden)
Maar nu juist deze aanpak zal, naast een hartelijke en warme ontvangst, óók bij de musici strakjes gaan leven en men vooral naar dat kleine, unieke podium in het natuurlijk prachtige Burgh-Haamstede wil afreizen.
Want Podium aan Schouwen staat voor een werelds programma met veel liefde & passie gemaakt door en voor liefhebbers van mooie muziek...
Jurgen (E-mail ) (URL) - 01-10-’24 11:41
Hallo Cyriel,
heb je dit stuk van Ben gedeeld met het FPK en ze om een reactie gevraagd?
grt Jaap Hengeveld
Jaap Hengeveld (E-mail ) - 02-10-’24 12:06
Dank voor deze uiterst deskundige analyse Ben. Ik hoop dat je gauw de gelegenheid krijgt om het veld met nieuwe energie en ideeën te bestoken.
Dick de Graaf (E-mail ) (URL) - 02-10-’24 15:18
Zoals gewoonlijk is Ben de enige die duidelijk de problemen kan verwoorden. De overheid heeft, niet alleen op cultureel gebied, geen idee wat er in de samenleving speelt en is de grootste concurrent geworden van ondernemend Nederland. Ooit was de overheid bedoeld om te faciliteren, maar afgelopen jaren is alles te gelde gemaakt. Woonrecht OV Communicatie Zorg en nu moet zelfs de lucht geld opbrengen.
Arthur Heuwekemeijer (E-mail ) (URL) - 04-10-’24 01:20
Ha,
Ik wild toch even reageren op dit stuk. Wat overigens een heel goed stuk is. Maar wat ik misschien mis in het stuk is dat een podium vaak een bedrijf is. Dat gaat natuurlijk regelmatig tegen artistieke waarden in.
Een bedrijf betekend vaak ook een begroting rond krijgen. En ik weet dat er dan soms keuzes worden gemaakt voor een minder goede artiest die veel kaarten verkoopt. Niet elke programmeur is hetzelfde. Maar als programmeur zoek je vaak een balans tussen kaart verkoop en spannend muziek. Wat spannende muziek is, is voor iedere programmeur wat anders. Programmeren is vaak ook een mix van eigen smaak, wat de programmeur denkt dat gaat werken, wat de programmeur denkt dat er belangrijk is en daarnaastt hangt het soms ook nog af in wat voor podium je programmeert. Niet elk genre werkt namelijk in elke zaal en op elke plek. Dus soms dicteert de soort zaal of de plek ook mede wat er geprogrammeert.
Daarnaast zijn er op jazz gebied natuurlijk verschillende versies van wat de programmeur als jazz beschouwd en zelfs wat het publiek als jazz beschouwd.
Het is een ingewikkelde discussie bovenstaande met heel veel nuances. Maar ik ben ook bang dat het toekomstige kabinet beleid hier niet in geld helpen. Minder geld betekend ook veiligere keuzes of denken in constructies waar de grote winst gevende concerten er voor zorgen dat de kleinere mogelijk blijven.
De kartelvorming herken ik zelf niet, maar ik weet ook niet precies wat er mee bedoeld wordt. Het is niet zo dat wij allemaal met elkaar afspreken wie of wat we gaan boeken. Wat er wel gebeurd is dat een agent soms meerdere podia tegelijk mailt. Het idee hier achter is dan bijvoorbeeld dat 4 gigs in Nederland goed verdeeld er voor zorgen dat er bepaalde kosten (zoals reiskosten minder worden). Dat wordt vaak alleen gedaan als die shows dan ook overal potentieel tickets verkopen.
Bij de meeste podia die ik ken is er wel een partagee deal. Dat betekend een garantie plus 80% na de break voor de artiest. Maar ik werk niet specifiek in een jazzpodium (althans zo zie ik het podium niet). Dat het soms een lastige verdeling is vind ik ook. Maar daar zitten ook wat meer nuances nog in dan hierboven beschreven.
Het zou ergens wel goed zijn als er eerlijke gesprekken ontstaan tussen de verschillende belanghebbenden. Dat kan veel meer begrip voor elkaar opbrengen, veel positiviteit maar soms ook eerlijkheid dat sommige zaken gewoon echt lastig zijn.
Een goed en interessant stuk!
Ik Heb zelf het gevoel dat er een belangrijke sleutel bij de overheid ligt en wat ze de cultuur waard vinden. En dat zal een lastige discussie worden in het huidige klimaat van zowel overheid als publiek opinie. Vandaar uit des te meer waardering voor iedereen die vecht voor wat hij belangrijk acht dat deze personen er zijn is van onschatbare waarde voor cultuur.
Ps. Laten we alleen proberen niet te veel op personen te schieten maar op inhoud en vanuit kracht ipv angst
guido (E-mail ) - 06-10-’24 22:52