Artikel geprint vanaf Jazzenzo.nl

Joey Calderazzo Trio bezorgt Rotterdam avond van uitersten

CONCERTRECENSIE. Joey Calderazzo Trio, LantarenVenster Rotterdam, 29 maart 2025
beeld: Olga Beumer
door: Johan Bakker

Joey Calderazzo communiceert door middel van muziek, voor tekst en uitleg ben je bij hem aan het verkeerde adres. De Amerikaanse pianist maakt zijn entree op deze zaterdagavond in LantarenVenster, neemt plaats achter de toetsen, bladert wat in zijn papieren en scrolt, half afgewend van het publiek, op zijn telefoon, alsof hij nog een passend openingsnummer moet uitkiezen. Terwijl zijn begeleiders toekijken, zet hij ‘Just One Of Those Things’ in met een lyriek waarmee hij de voor driekwart gevulde zaal direct voor zich inneemt. Bassist Orlando le Fleming en drummer David Hawkins vallen hem bij in een hogere versnelling, waarna het trio een staaltje adembenemende powerplay ten beste geeft.

  
Joey Calderazzo wordt begeleid door bassist Orlando le Fleming en drummer David Hawkins.

Marsalis
Calderazzo werd eind jaren tachtig ontdekt door de veel te vroeg overleden saxofonist Michael Brecker (1949 – 2007). Die gaf de jonge pianist de kans om mee te spelen op gedenkwaardige albums als ‘Tales From The Hudson’ (1996) en ‘Two Blocks From The Edge’ (1998). Na Calderazzo’s eerste eigen album ‘In The Door’ (1990) volgden nog elf andere waarvan ‘Live From The Cotton Club, Tokyo, Volume I’ (2017) de voorlopig laatste was. De liefhebbers van zijn muziek wachten inmiddels al acht jaar op een Japans vervolg. 

Met Branford Marsalis vormde hij Buckshot LeFonque, een hip gezelschap dat jazz combineerde met soul, r&b en hiphop. Het door Frank McComb gezongen nummer ‘Another Day’ beklom zelfs de hitlijsten. Sinds 1998 speelt Calderazzo in het vaste kwartet van Marsalis. Met deze groep nam Calderazzo onder meer het legendarisch geworden album ‘Coltrane’s A Love Supreme in Amsterdam’ op in het oude Bimhuis. Tegenwoordig verdeelt de zestigjarige pianist zijn tijd tussen het Branford Marsalis Quartet en zijn eigen trio. 

   
Het trio speelt ‘All God’s Children Got Rhythm’ in een moordend tempo.

Vingers
In Rotterdam wordt het een avond van uitersten. Als om deze stelling te onderstrepen zet het trio het eenvoudige, maar pakkende latin-intro van ‘Cianna’ in, een eigen stuk van de bandleider. Bassist Orlando le Fleming, die in de jaren negentig nog als professional de cricketsport beoefende, trekt vanwege het simpele baspatroontje verontschuldigende grimassen. Calderazzo beweegt zijn bovenlichaam in de richting van de zaal en roept op clowneske wijze: ‘Jazz!’  

Het trio speelt ‘All God’s Children Got Rhythm’ in een moordend tempo. In 2017 is de pianist een tijdje uit de running geweest omdat hij het gevoel in twee vingers van zijn rechterhand was kwijtgeraakt. Hij bleek last te hebben van het cubitaletunnelsyndroom, een aandoening die ontstaat als de zenuwen in je arm bekneld zijn geraakt. Na een operatie en een rustperiode herstelde de hand weer. Deze avond vliegen zijn vingers weer over de toetsen als nooit tevoren.

Climax
Calderazzo begint ‘Ana Maria’ in zijn eentje en belicht op die manier de schoonheid van deze Wayne Shorter-compositie. De ritmesectie volgt met beheerste kalmte en geeft Calderazzo’s pianosolo reliëf. Het trio bouwt dit stuk vakkundig op. Hawkins schakelt over van brushes naar stokken en krijgt daarvoor zelfs applaus. De basgrooves klinken dieper en nadrukkelijker. Hawkins tikt hard en aanstekelijk op de randen van de snaredrum en neemt en passant de microfoonstandaard mee in de ritmiek. Nadat de kalmte is teruggekeerd en Calderazzo het thema opnieuw heeft gespeeld, klinkt niet het verwachte slotakkoord, maar werkt het trio toe naar een zo mogelijk nog heftiger, tweede climax. Calderazzo gooit zijn bril theatraal van zich af, waarna de vlam echt in de pan slaat en de temperatuur tot grote hoogten stijgt. 

De warmbloedig uitgevoerde ballad ‘Free’ is de muzikale bevestiging dat vanuit de VS nog altijd hoopvolle geluiden klinken. 

Joey Calderazzo Trio is vanavond, zondag 30 maart, nog te zien in Bimhuis.


© Jazzenzo 2010