INTRO
VERHAALdoor: Michael Varekamp
Als reizend muzikant kom je er op een bepaald moment in je leven achter dat je een roeping hebt. Dat wat eerst nog veel weg heeft van een luxe hobby blijkt onderweg verandert te zijn in een niets en niemand ontziende missie.
Tot vreugde van velen, tot verdriet van sommigen.
Topsport maar dan uitgesmeerd over een eindeloze periode.
Mentaal, creatief, sociaal en fysiek.
Een leven lang duelleren op alle fronten tegelijk.
Het tart alle wetten waar gewone mensen naar leven.
Dat wil zeggen, alle niet-muzikanten.
’Eindelijk normale mensen’ hoorde ik mezelf verzuchten nadat ik een half jaar daarvoor na veel wikken, wegen en noeste arbeid was aangenomen op het conservatorium.
Dat zou de rest van mijn leven zo blijven.
Hoe wonderlijk mijn werkomgeving soms ook is.
Ik ben het meest vertrouwd met het gedrag van muzikanten en liefhebbers in de slipstream van de jazz. Of ik nu in Havanna, Minsk, Ouagadougou, New York, Soweto, Helsinki, Christchurch of Den Haag was.
En ze houden van verhalen. In alle vormen en in alle uithoeken.
En op alle tijden. Wij muzikanten zijn constant onderweg.
Met als gevolg dat niemand zoveel wacht in het leven als wij.
Op soundchecks, rode lampen, toneelknechten, zangeressen, geld, telefoontjes,
taxi’s, vliegtuigen, maaltijden, auteursrechten, collega’s en niet te vergeten succes.
Waiting is our business. Als er iemand tijd heeft om na te denken zijn wij het.
En sporters. Maar die worden juist langzamer van denken.
Wij houden van praten. En van verhalen dus.
Ook als ze niet waar zijn.
Wachten is een vitaal onderdeel van ons bestaan.
Wij ‘maken’ tijd en dat is precies wat muziek doet.
De tijd voorzien van perspectief.
Dat wat op mijn tiende begon met een kleine stugge trompetleraar die op mijn buik stond te rammen als ik het niet goed deed, zou stapje voor stapje uitgroeien tot een manier om het leven te doorgronden. Of om op zijn minst een poging te wagen. Ik weet geen andere manier.
Kunst gaat over het leven. Niet over kunst zelf. Kunst is uiteindelijk niets meer dan een vehikel. Maar wel een magisch vehikel. Een vehikel dat bestaat uit vreugde, verdriet, troost, uitdaging, frustratie, liefde en andere levenselixers.
De geniale trompettist Harry Sweets Edison had een ongeëvenaard subtiele manier van spelen met buitengewoon veel soul & blues in zijn spel. Hij maakte in de jaren dertig eerst furore met het orkest van Count Basie en later met dat van Frank Sinatra.
Sweets hield erg van het herhalen van bepaalde noten of een lick.
Toen hem eens gevraagd werd waarom hij dat toch alsmaar deed klonk het na enige aarzeling It’s a big responsibility to go to the next note.
Foto © Piet Gispen.
Wat een mooi verhaal en precies hoe het is.
Marga Schmits (E-mail ) - 05-02-’25 16:08
Bijzonder mooi verhaal. Uit je hart geschreven!
Gerard Haneveer (E-mail ) - 05-02-’25 17:05
Mooi geschreven vriend!
KM blues
Mimi (E-mail ) - 06-02-’25 21:41