Thomas Decock & Artan Buleshkaj – Plain Songs
LP-RECENSIE
Thomas Decock & Artan Buleshkaj – Plain Songs
bezetting: Thomas Decock gitaar; Artan Buleshkaj gitaar
opgenomen: lente 2024, Studio La Patrie, België
uitgebracht: 13 september 2024l
abel: Eigen beheer
aantal stukken: 12
tijdsduur: 42’45
website: thomasdecock.bandcamp.com
door: Georges Tonla Briquet
De gitaristen Thomas Decock (Bravo Bigband, Point Cloud Echo, Steven Delannoye Quartet) en Artan Buleshkaj (H A S T , Anemic Cinema, Mos Ensemble, Ruis, BRAIN//CHILD) kruisten elkaars pad regelmatig tijdens jamsessies. Bleek dat ze parallelle interessepunten hadden. Dat was de kiem voor hun gezamenlijk vinylalbum ‘Plain Songs’. Artan Buleshkaj verschafte uitgebreide informatie over het hele proces.
Eclectisch
Het duo opteerde alleszins voor een eclectisch repertoire. Elkeen schoof favoriete nummers naar voren maar volgens welbepaalde criteria. “De rode draad die alles verbindt, is composities met een simpele harmonie en die meer gemeen hebben met country en americana dan met jazz. Dit type stelt ons in staat echt te focussen op interactie en sound en minder op het navigeren binnen complexe akkoordenstructuren. Maar wat vooral primeerde, was het kiezen van stukken die we graag horen en live brengen en bovenal van componisten die we bewonderen.”
Warm
De gitaren werden rechtstreeks aangesloten op de versterkers waarbij Decock in het rechterkanaal te horen is en Buleshkaj aan de linkerzijde. Ze hanteren daarbij elk hun lievelingsmodellen. “Daar het een plaat is die georiënteerd is op pure gitaarsound hebben de modellen die we gebruiken doorgaans zeer uitgesproken akoestische eigenschappen. Het gros is opgenomen op archtops, in de volksmond ‘jazzgitaren’ met een holle klankkast en een element voor versterking, met een micro voor de gitaar én voor de versterker. Zodoende wordt een blend gecreëerd die het beste van het instrument weergeeft op zowel elektrisch als akoestisch vlak. Ik breng de meeste dingen op mijn Silvertone H53 uit de jaren '40. Een goedkoop model dat niet zo makkelijk bespeelbaar is, maar met een mooie snijdende midrange die mij enorm inspireert.
Thomas gebruikt vooral op zijn handgemaakte Elferink van een bouwer uit Nederland. Door het ‘dynasonic’ element klinkt deze gitaar uiterst warm. ‘Marcie’ en ‘Maraba Blue’ konden mijns inziens wat meer bas gebruiken, daarom gebruikte ik voor deze stukken mijn baritongitaar. Doordat deze een kwart lager gestemd is, kan ik makkelijker de basfunctie op mij nemen. ‘Mountains of Illinois’ staat voor mij ook in een andere stemming, en deze speel ik in op mijn Gibson ES-125T, een archtop uit 1958. Op ‘Mi Votu e Mi Rivotu’ hoorde ik de klankkleur van Bill Frisell, vandaar een Telecaster, een gitaar die Bill Frisell typeert.”
Plug and play
“Thomas interpreteert ‘Prairie Avenue Cowboy’ en ‘Maraba Blue’ dan weer op een magnifieke archtop van onze producer Koen Gisen, een Gretsch Country Club uit 1954. Op ‘Shotgun Down the Avalanche’ en ‘Mi Votu e Mi Rivotu’ zocht hij een intiemere sfeer op met zijn akoestische gitaar van Martin.”
Effecten worden beperkt tot een strikt minimum. Vandaar dat ze opteren voor de plug and play esthetiek. Dat ze bij Koen Gisen (The Bony King of Nowhere, Dans Dans, An Pierlé) aanklopten met dergelijk project voor opname en mixing verbaast dus niet.
Dubbele betekenis
Kant A opent met de titeltrack van John Scofield, geplukt uit diens ‘A Moment’s Peace’. “’Plain Song’ heeft voor ons een dubbele betekenis. Enerzijds is het een eerlijk liedje zonder te veel tierlantijntjes. Anderzijds is er de vertaling ‘vlakte’, meer bepaald de vlaktes van het Midden-Westen van de Verenigde Staten, die de weidse sfeer van de plaat weergeven maar die ook de bakermat vormen van veel van de americana-componisten en klanken op ons album.”
Dat Buleshkaj ‘Prairie Avenue Cowboy’ van Paul Motian op de setlist plaatste is niet echt verwonderlijk aangezien hij deel uitmaakt van Motian Love, het eerbetoon van Nico Chkifi aan deze drummer.
Siciliaanse blues
Onder de andere bekende namen uit wiens oeuvre ze plukten, noteren we Thelonious Monk (‘Locomotive’), Joni Mitchell (‘Marcie’), Rodgers & Hammerstein (‘Oh, What A Beautiful Morning’), Shawn Colvin (‘Shotgun Down The Avalanche’), Chet Atkins (‘Mountains Of Illinois’), Abdullah Ibrahim (‘Maraba Blue’), Doc Watson (‘Deep River Blues’) en Willie Nelson (‘Crazy’).
De waarschijnlijk minst vertrouwde referenties zijn deze van Elizabeth Cotten en Rosa Balistreri van wie ze respectievelijk ‘Freight Train’ en ‘Mi Votu E Mi Rivotu’ opnamen. “Rosa Balistreri is een legendarische Siciliaanse artieste, die ik via Pierre Vaiana heb leren kennen en in wiens projecten ik meewerk. Haar stijl en repertoire worden vaak beschreven als ‘Siciliaanse blues’. De harmonie en de melodie van dit stuk zijn zeer sprekend en sluiten nauw aan bij americana. Wat Elizabeth Cotten betreft, haar naam staat synoniem met Amerikaanse folk en blues. ‘Freight Train’ is een folkklassieker en is een ideaal vehikel om uit te pakken met een typische country-fingerpickingtechniek, namelijk ‘Travis Picking’ of simpel gezegd het tegelijk spelen van akkoorden en basbewegingen wat uitdagend is voor de rechterhand.”
Vinyl
Dat ‘Plain Songs’ op vinyl verscheen was een idee van bij het begin. “Niet alleen de intieme manier van samenspelen en opnemen leken vanzelfsprekend voor ons met dit medium maar tevens de wijze van luisteren die dit met zich meebrengt.”
De zwart-wit hoesfoto van Leon De Backer, waarop een verlaten houten kerkje staat in een desolaat decor, weerspiegelt perfect de americana-sfeer waarin het album gedrenkt is.
Beluisteren via Spotify, inloggen noodzakelijk.
Plain Song.